Achtergrond
Anno 2007 zijn kinderen in Europa nog altijd ‘therapeutic orphans’. De meeste wet- en regelgeving met betrekking tot het gebruik van geneesmiddelen en onderzoek naar geneesmiddelen vindt zijn oorsprong in de desastreuze gevolgen van geneesmiddelgebruik bij kinderen. De vertaling van deze wetgeving naar geneesmiddelgebruik bij kinderen is echter beperkt. Veel geneesmiddelen die bij kinderen worden gebruikt zijn onvoldoende onderzocht en niet geregistreerd voor de leeftijd van het kind. Dit gebrek aan kennis over het gebruik van geneesmiddelen bij kinderen leidt tot suboptimale behandeling en stelt kinderen bloot aan onbekende risico’s.
Ook in Nederland gaf het geneesmiddelgebruik bij kinderen aanleiding tot zorgen. Kennis over het voorschrijven van geneesmiddelen was aanwezig, maar was gefragmenteerd over de verschillende ziekenhuizen. Er was geen uniforme landelijke standaard. Van de bestaande kennis is de wetenschappelijke basis niet duidelijk. Het ‘level of evidence’ ontbreekt in veel adviezen. Een betere informatievoorziening aan kinderartsen, huisartsen en apothekers over toepassing van geneesmiddelen bij kinderen kan bijdragen aan een betere behandeling en ontwikkeling van nieuwe kennis.
Visie
Eind 2005 heeft het ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport een subsidie toegekend voor de oprichting van een Nederlands Kenniscentrum voor Farmacotherapie voor kinderen. Het Nederlands Kenniscentrum voor Farmacotherapie bij kinderen streeft naar een veilige en effectieve gezondheidszorg voor kinderen in Nederland waarbij behandelaars gebruik maken van leeftijds adequate toedieningswegen van geneesmiddelen.