Nederlands Kenniscentrum Farmacotherapie bij Kinderen

Historisch achtergrond regelgeving

In het verleden werden geneesmiddelen toegepast bij volwassen en kinderen zonder dat er voorafgaand  onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid had plaatsgevonden. Dit had vaak dramatische gevolgen en heeft geleid tot de nodige wetgeving, die lange tijd niet van toepassing was op het gebruik van geneesmiddelen bij kinderen.

In 1937 werd het antibioticum sulfanilamide veel gebruikt voor de behandeling van stafylokokken infecties. Om ook kinderen met sulfanilamide te kunnen behandelen, werd sulfanilamide opgelost in ethyleenglycol. Alhoewel de toevoeging van ethyleenglycol leidde tot de dood van 107 patiënten – waaronder veel kinderen – , waren de producenten niet in overtreding bij gebrek aan wetgeving.  Dit zogenaamde sulfanilamide-drama zorgde in de Verenigde Staten voor de ontwikkeling van de eerste wetgeving met betrekking tot geneesmiddelgebruik. In 1938 werd de Federal Food, Drug and Cosmetic Act ingevoerd.  Deze wet schrijft voor dat alle nieuwe geneesmiddelen moeten worden goedgekeurd  door de Food and Drug Administration (FDA), voordat ze op de markt mogen worden gebracht.

In het begin van de zestiger jaren vond een tweede ernstig incident plaats. Dit maal met het geneesmiddel thalidomide (Softenon). In de Verenigde Staten was dit geneesmiddel niet goedgekeurd voor gebruik door de FDA conform bovenstaande wetgeving.  Buiten de Verenigde Staten leidde het gebruik van dit sedativum tijdens de zwangerschap in 5000 gevallen tot ernstige aangeboren afwijkingen. Dit incident vormde voor de FDA de aanleiding om de bestaande wetgeving verdergaand te wijzigen. De gewijzigde wetgeving schrijft voor dat de effectiviteit en veiligheid van geneesmiddelen wetenschappelijk aangetoond moeten worden.  Daarnaast stelt de FDA voorwaarden aan het doen van onderzoek met geneesmiddelen bij mensen.
Alhoewel incidenten bij kinderen de aanleiding zijn geweest tot het reguleren van gebruik van geneesmiddelen en onderzoek met geneesmiddelen, werd de wetgeving  vreemd genoeg niet toegepast op kinderen. In het ontwikkelingstraject van een geneesmiddel werd zelden onderzocht hoe een geneesmiddel veilig en effectief kan worden gebruikt bij kinderen. Ten onrechte werd aangenomen dat wat bewezen effectief en veilig is voor een volwassene ook effectief en veilig is voor een kind.

1997: USA: Bescherming van kinderen

Pas in 1997 worden kinderen in de USA erkend als bijzondere gebruikersgroep door middel van de FDA Modernization Act (FDAMA). Deze wet stimuleert pediatrisch onderzoek  door het verlenen van een patentverlenging van 6 maanden indien pediatrisch onderzoek uitgevoerd is.
De FDA heeft een lijst opgesteld van geneesmiddelen waarbij informatie over gebruik bij kinderen noodzakelijk is. De FDA kan zodoende farmaceutische bedrijven opdragen de relevante informatie aan te leveren over het gebruik van betreffend geneesmiddel in kinderen.
De Amerikaanse ‘Pediatric Rule’ uit 1998 vereist dat alle nieuwe geneesmiddelen getest moeten worden bij kinderen, tenzij aangetoond kan worden dat het geneesmiddel niet veilig  of niet effectief is in kinderen of wanneer het doen van studies in kinderen gewoon niet mogelijk is. Deze Rule eist eveneens dat geregistreerde geneesmiddelen welke veel gebruik worden in kinderen alsnog onderzocht worden in deze populatie.

In 2002 werd de FDMA vervangen door de Best Pharmaceuticals for Children Act (BPCA) . De Pediatric Research Equity Act zorgde er in 2003 voor dat pediatrisch onderzoek verplicht is voor alle nieuwe geneesmiddelen, voor nieuwe toedieningsvormen van bestaande geneesmiddelen,  en voor nieuwe indicaties voor  bestaande geneesmiddelen. De FDA kan een vrijstelling verlenen, indien pediatrisch onderzoek niet van toepassing is (bijvoorbeeld bij een geneesmiddel ter behandeling van dementie) of wanneer er reeds voldoende informatie bekend is over gebruik in de pediatrische doelgroep.

2007: Europa: Bescherming van kinderen

Analoog aan de Amerikaanse wetgeving werd op 26 januari 2007 de verordening over geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik (Pediatric Regulation No 1901/2006), gepubliceerd en de Paediatric Commitee onder EMEA vlag opgericht.

Als gevolg van de Paediatric Regulation kan uitsluitend een handelsvergunning voor een nieuw geneesmiddel aangevraagd worden als ook de resulaten van onderzoek bij kinderen, conform een eerder ingediend én door de Paediatric Committee goedgekeurd Paediatric Investiagtional Plan (PIP), bekend zijn. De Paediatric Commitee kan uitstel verlenen voor het onderzoek bij kinderen of besluiten dat dit onderzoek niet uitgevoerd hoeft te worden, als het geneesmiddel uberhaupt niet bestemd is voor gebruik bij kinderen of wanneer het belangrijk is om eerst meer inzicht te krijgen over de veiligheid bij volwassenen.

Als beloning voor het onderzoeken van nieuwe geneesmiddelen bij kinderen, wordt het octrooi voor het geneesmiddel (eigenlijk het SPC = aanvullend beschermingscertificaat) met een half jaar verlengd.

Voor bestaande geneesmiddelen is de mogelijkheid gecreëerd om een speciaal kindergeneesmiddel (PUMA) in de handel te brengen. Voor deze producten geldt een speciaal beschermingsmechanisme: ook al is het kindergeneesmiddel een line extension van een bestaand geneesmiddel, toch ontstaat een nieuwe dossierbeschermingsperiode.

Meer informatie:
http://www.fda.gov/oc/history/default.htm
http://www.fda.gov/oc/opt/default.htm
http://www.emea.eu.int/htms/human/peg/pegfaq.htm

  • Over ons

    Het Nederlands Kenniscentrum Farmacotherapie bij Kinderen (NKFK) is een door het Ministerie van VWS gesubsidieerd multidisciplinair kennisnetwerk welke tot doel heeft de kwaliteit en veiligheid van farmacotherapie bij kinderen te verbeteren. Het NKFK richt zich hierbij vooral op het verbeteren van de informatievoorziening over toepassing van geneesmiddelen bij kinderen.
  • Contact informatie

    NKFK
    Postbus 25270
    3001 HG Rotterdam
    info@nkfk.nl
    Telefonisch bereikbaar
    +31 10 703 20 72
    ma en do 08.00-17.00 | di en vrij 09.00-14.00
    Fax 010-7036801